
Het brein en emoties: hoe werkt dat?

"Luister naar je gevoel"
Je moet een moeilijke beslissing nemen. Een voorbeeld: je staat voor de keuze om een nieuwe uitdagende baan te accepteren, maar je twijfelt omdat je je in je huidige functie thuisvoelt. Je weet dus wat je hebt maar niet wat je krijgt.
Vaak hoor je om je heen het volgende advies: Luister naar je gevoel, dat helpt bij het maken van de keuze. Je voelt dat je emoties alle kanten op gaan. Maar wat gebeurt er op dat moment allemaal in je brein?
We nemen je mee op reis door ons brein en onze emoties. We zoomen in op het limbisch systeem en laten zien welke rol neurotransmitters en hormonen hierbij spelen. Maar voor we verder gaan: wat is een emotie eigenlijk?
De Van Dale noemt een emotie: een "aandoening van het gemoed; (plotselinge) ontroering". Dit kan op zowel een positieve als een negatieve manier. Een emotie is intens, duurt kort en wordt getriggerd door een specifieke situatie. Wat wij als positief of negatief ervaren wordt (onbewust) door onze gedachten bepaald en door de cultuur waarin we opgroeien. De 'basisemoties' - angst, vreugde, verdriet, woede, verbazing en walging - zijn in evolutionaire termen zeer oud. 'Sociale emoties' zoals afgunst, trots, schaamte, verlegenheid en schuldgevoel zijn een combinatie van deze basisemoties. Deze emoties zijn in evolutionair opzicht minder oud, worden eerder cultureel bepaald en ontstaan in de interactie met anderen. |
Het limbisch systeem
Emoties kunnen niet worden toegewezen aan één plaats in het brein. Ze zijn steeds het resultaat van de werking van meerdere circuits in de hersenen.
Een centrale rol hierbij is weggelegd voor het limbische systeem, een van de oudste delen van onze hersenen. Dit gebied is ook betrokken bij het geheugen, leren, motivatie en seksueel gedrag.

Het limbisch systeem ligt tussen de hersenstam en de grote hersenen in. Het zorgt als het ware voor een samenspel van emotie en ratio. De belangrijkste delen van dit systeem zijn:
- De amygdala (amandelkern). Deze speelt een belangrijke rol bij het aansturen en verwerken van verschillende emoties, in het bijzonder angst en agressie.
Als de zintuigen prikkels opvangen die een reactie van woede of angst kunnen oproepen, dan doen deze prikkels - na langs de thalamus te zijn gepasseerd – in de amygdala hun werk, supersnel en volledig buiten het bewustzijn.
Wij nemen zulke angst- of woedeprikkels waar zonder dat we direct beseffen dat die een effect op ons hebben.
- De hypothalamus is een belangrijk intern regelcentrum dat zorgt voor de aansturing van het hormonale systeem en van het autonome zenuwstelsel.
De hypothalamus draagt bij aan het klaarmaken van het lichaam voor actie en aan het herstel tijdens de rust. Het reguleert gevoelens van honger en dorst en onze biologische klok.
- De hippocampus speelt een grote rol bij de opslag van informatie in het geheugen, de ruimtelijke oriëntatie en het controleren van gedrag dat van belang is voor overleving.
De hippocampus checkt constant informatie tussen het werkgeheugen en eerder opgeslagen ervaringen. Dit proces is essentieel voor meningsvorming.
- De thalamus. Alle inkomende sensorische prikkels (behalve geuren) gaan eerst naar de thalamus en worden van daaruit doorgestuurd naar andere hersendelen voor verdere verwerking.
Ook de grote en kleine hersenen sturen signalen naar de thalamus en is daarmee betrokken bij vele cognitieve activiteiten.
- De cingulate cortex is een hersenstructuur die onder andere betrokken is bij de verwerking van pijn.
Ook helpt de cingulate cortex bij het verwerken van emoties en leren.
Dit gebied speelt specifiek in op gebeurtenissen die een reactie vereisen. Het gebied integreert aandacht en geheugen en het stuurt welke reactie het beste is.
Hormonen en neurotransmitters beïnvloeden het limbisch systeem
Welke emoties ervaren worden wordt bepaald door het type hormoon of neurotransmitter dat afgescheiden wordt in dat specifieke gebied van het limbisch systeem.
Adrenaline, Noradrenaline, serotonine, dopamine, endorfine, oxytocine en cortisol zijn de belangrijkste stofjes die het type emotie bepalen.
Adrenaline en noradrenaline spelen vooral een rol bij het ervaren van angst, woede en stress.
Serotonine, dopamine, endorfine, oxytocine en cortisol spelen een rol bij blijdschap, genot en gevoelens van geluk.

Waarom zijn emoties belangrijk voor leren?
Het inzicht van studenten in hun eigen emoties is van groot belang bij het leren. Dit blijkt uit neurologisch onderzoek van hoogleraar Antonio Damasio. Deze nieuwe bevindingen kunnen drastische veranderingen in het onderwijs veroorzaken.
"Zonder emoties is leren niet mogelijk" vindt Damasio. Leren is een proces waarbij cognities en emoties met elkaar verbonden zijn.
Hersenonderzoek laat zien dat de invloed van emoties bepalend is voor het zo effectief mogelijk laten verlopen van:
- aandacht
- het geheugen
- beslisvormingsprocessen
- het sociaal functioneren
Uit onderzoek bij patiënten met hersenletsel blijkt het belang van emotionele processen. Emotioneel denken is nodig om kennis en vaardigheden die op school geleerd zijn over te kunnen brengen naar praktijksituaties buiten de schoolomgeving.
De vraag is: Hoe komt het dat emoties zo’n centrale rol spelen bij deze processen?
Het evolutionaire belang van de invloed van emoties op leren
De evolutie van onze hersenen was oorspronkelijk gericht op overleven. Een belangrijk deel van het overleven van het individu hangt samen met het overleven van de soort. Daarom moeten we sterk zijn in de sociale interactie met anderen. We hebben anderen nodig om te overleven.
Deze complexe sociale en culturele omgeving vraagt meer van onze hersenen dan cognitieve vaardigheden alleen. Het omgaan met emoties van jezelf en van anderen in de sociale context is essentieel om als maatschappij - en als soort - te overleven. Het beheersen van gevoelens van boosheid, het delen van blijdschap en het bespreken van angsten hebben een bindende werking.
Ons brein is dus ingesteld op het leren overleven en om te groeien en bloeien in deze sociale omgeving.
Zonder emoties is rationeel denken en leren niet mogelijk
Lange tijd werd het onderzoek over leren bepaald door thema’s die vooral te maken hadden met de cognitieve processen in ons brein. De invloed van emoties zou in dat denkbeeld eerder verstorend werken voor het rationele denken.
Patiënten met een beschadiging aan de ventromediale prefrontale cortex (het gebied dat de emoties in het brein reguleert) vertoonden irrationeel gedrag dat ze daarvoor niet lieten zien. Ze functioneerden niet meer op hun werk en namen allerlei zakelijke risico’s waardoor ze in de problemen raakten.
Ondanks dat de kennis en het logisch denken van deze mensen intact was, was er een ander probleem: ze konden bij cognitieve processen van redeneren en het nemen van besluiten niet leren van hun successen of hun fouten. Ze misten daarbij de emotionele input van hun brein.
Wat betekent dat voor ons onderwijs?
Volgens Damasio ondersteunen onze verborgen emotionele processen juist het leren. In het onderwijs richten we ons vaak op het leren van logisch denken en het leren van feitenkennis.
Damasio is er van overtuigd dat er bij het gericht zijn op puur rationele informatie geen leren en onthouden mogelijk is. En zonder ondersteuning van de emotionele processen bij het leren zal er geen transfer van het geleerde naar de praktijk kunnen plaatvinden.
Onderzoek naar emotioneel denken leert ons wanneer we wel moeten luisteren naar onze emoties en wanneer niet. Het zou ook licht moeten werpen op hoe we in de toekomst emoties zo effectief mogelijk kunnen inzetten bij cognitieve processen en bij het leren.
Emotionele intelligentie (EQ): hype of toch nuttig? In de jaren negentig van de vorige eeuw werd het begrip Emotionele Intelligentie en de bijbehorende vragenlijst een hype. Sindsdien zijn er voor- en tegenstanders. Het blijft onduidelijk wat het begrip emotionele intelligentie eigenlijk precies inhoudt. Gaat het hier over empathie of gaat het vooral over het kennen, gebruiken en beheersen van je eigen gevoelens? Ook zijn er twijfels over de validiteit en betrouwbaarheid van de EQ-test. De validiteit en de betrouwbaarheid zijn inmiddels volgens de ontwerper Daniël Coleman aanzienlijk verbeterd. Damasio lijkt echter te pleiten voor een herziening van het begrip op grond van zijn onderzoek. Van belang is dat we met elkaar een duidelijk beeld krijgen van wat we nu precies met emotionele intelligentie bedoelen. En of dit overeenkomt met wat Damasio emotioneel denken noemt. |
Meer informatie
Lees We Feel, Therefore We Learn: The Relevance of Affective and Social Neuroscience to Education van Yang en Damasio over emotie en leren.

Hoe zet je emoties in bij leren?
In deel 1 zijn we dieper ingegaan op de werking van ons brein, het limbisch systeem en de rol van neurotransmitters en hormonen. Deel 2 behandelde vervolgens de hechte relatie tussen emotie en leren.
Onderzoek naar de invloed op leren heeft zich tot nu toe vooral beperkt tot negatieve emoties, zoals faalangst. Onderzoek naar de invloed van gevoelens van welbevinden zoals trots, hoop en plezier staat nog in de kinderschoenen.
Toch kunnen we met de inzichten die we nu hebben voorzichtig een aantal basisprincipes benoemen die er aan bijdragen dat emoties en leren effectief samenkomen in het onderwijs.
Zorg voor:
- aandacht
- uitdaging en nieuwsgierigheid
- aansluiten bij beleving
- autonomie
- veiligheid,
en vermijd langdurige stress.
Aandacht
Emotie is een sterke kracht in het leren en onthouden. Een sterke emotie, bijvoorbeeld een verassingseffect bij een presentatie, richt de aandacht direct op wat er verteld wordt.
Je aandacht, en dus ook je werkgeheugen, heeft op dat moment de juiste focus om met de nieuwe informatie aan de slag te gaan. Die aandacht is een voorwaarde om te onthouden en te leren. Het triggeren van sterke emoties zorgt voor aandacht om te kunnen leren!
Tip 1: Zorg voor hernieuwde aandacht bij je studenten door te verassen met een aansprekend plaatje of een kort filmpje dat niet te vanzelfsprekend in het onderwerp past. Tip 2: Sla het boekje Krachtig geheugen er nog eens op na. Daarin staan aanbevelingen hoe je het werkgeheugen van je studenten optimaal belast, zodat ze zo goed mogelijk hun aandacht bij het leren kunnen houden. |
Uitdaging en nieuwsgierigheid
Er moet een uitdaging zijn om te leren. Binnen enkele seconden wordt in je hersenen bepaald of je gemotiveerd raakt of dat je afdwaalt.
Het brein onderscheidt
- relevante interessante stimuli
van: - niet relevante, oninteressante stimuli
door te focussen op datgene dat het denkt nodig te hebben.
Informatie is dus niet neutraal. In die zin pakken we er dingen uit die passen in onze eigen denkwijze en bij onze persoonlijke ervaring. Daarom is het soms lastig om open te staan voor andere denkbeelden die niet stroken met de eigen ervaring.
De juiste interactie tussen docent en student is van essentieel belang. Vermijd dat je te lang aan het woord bent. Betrek studenten erbij door hen tussendoor vragen te stellen over de stof, over hun persoonlijke ervaringen en eigen denkwijzen.
Als je gelooft in je studenten kun je ze - ook bij een moeilijke vraag - begeleiden naar het juiste antwoord. Het brein (en het werkgeheugen) wordt geactiveerd. De student voelt zich uitgedaagd en trots als het juiste antwoord gevonden is.
Tip: Stel de studenten een vraag die hen 'net boven de pet gaat'. Ze kunnen het antwoord vinden maar moeten daar nieuwe informatie en kennis bij gebruiken. |
Aansluiten bij beleving
Het prikkelen van de zintuigen of refereren aan persoonlijke situaties kan ervoor zorgen dat een student emotioneel betrokken raakt bij de inhoud. Lesstof kun je feitelijk, aan de hand van getallen of procenten, toelichten. Maar door het persoonlijk te maken zal de informatie beter blijven hangen.
Informatie wordt beter opgeslagen als deze is verbonden met emoties. Op die manier dringt het door naar het langetermijngeheugen.
Maar pas op: te heftige emoties kunnen juist leiden tot blokkades. De mate waarin verschilt per individu en is onderwerp van onderzoek.
Tip: Vraag aan studenten of ze ervaring hebben met het thema dat besproken wordt of wat hierover hun persoonlijke mening is. |
Stimuleer autonomie
Door het verhogen van autonomie van studenten wordt het dopaminegehalte bij hen verhoogd. Studenten worden intrinsiek meer gemotiveerd om te leren.
De mate van invloed die iemand ervaart en de keuzevrijheid in het handelen bepalen het gevoel van autonomie. Autonomie leidt tot betere resultaten bij taken.
De docent die een bepaalde mate van autonomie geeft motiveert zijn studenten. Het is wel belangrijk is dat hij voldoende richtlijnen en houvast geeft. Als studenten te veel vrijheid en keuzemogelijkheden krijgen ontstaat keuzestress en uiteindelijk chaos in de klas.
Tip: Laat studenten kiezen uit verschillende werkvormen die je als docent kunt aanbieden. Zijn ze op dit moment toe aan een samenwerkingsopdracht? Of hebben ze meer behoefte om vragen te stellen over de net gepresenteerde stof? Op deze manier ervaren studenten invloed op hun eigen leren. De werkvorm sluit aan bij de leerbehoefte van dat moment. |
Zorg voor veiligheid
Voordat studenten hun aandacht schenken aan de lesstof, moeten ze zich fysiek en emotioneel veilig voelen. Ieder mens wil graag serieus genomen worden en heeft behoefte aan erkenning en waardering.
De docent moet het gevoel geven dat hij de student wil helpen in plaats van betrappen op fouten. Hersenen reageren namelijk eerder op informatie die helpt bij 'overleven' dan op nieuwe lesstof. Een gevoel van onzekerheid leidt snel tot afleiding.
In die zin staat overleven niet alleen voor voldoende water, voeding, warmte etcetera, maar ook voor emoties die je schade toebrengen.
Bij stress komt cortisol vrij en dit activeert onze verdedigingsmechanismen (The Fight or Flight Reaction, zie video).
Als een student een omgeving als positief ervaart komt endorfine vrij. Dit zorgt ervoor dat een leermoment als plezierig en succesvol wordt beleefd.
Tip: Herhaal als docent de positieve input (bijvoorbeeld een goede vraag) van studenten. Benoem dit naar de hele groep. Zo laat je studenten merken dat hun input er toe doet. Je stimuleert deelname en creëert veiligheid voor het stellen van vragen. |
Vermijd langdurige stress
Een geringe mate van stress en alertheid is goed voor de hersenen. Een teveel aan stress brengt het lichaam in de gevechtsstand (Zie video The Fight or Flight Reaction). Stresshormonen vergiftigen dan de breinfuncties. Op lange termijn kan dit schade aan het geheugen met zich meebrengen.
Er is bewijs dat chronische stress het functioneren van de hersenen op celniveau verandert. Onderzoekers van de Hotchkiss Brain Institute in Calgary ontdekten dat boosheid de werking van de neuronen in de hypothalamus verstoort.
De hypothalamus is het commandocentrum van de hersenen als het gaat om het reageren op stress. Normaal krijgen deze neuronen verschillende chemische signalen die er voor zorgen dat zij 'aan' of 'uit' staan. Stress en woede verstoren dit proces. Het vermogen van de hersenen om af te remmen komt in gevaar.
Andere studies tonen aan dat stress de groei van nieuwe neuronen in de hersenen blokkeert. Dat leidt tot een zogenaamde neuronale dood of depressie. Een verhoogde hoeveelheid stresshormonen kan ook leiden tot geheugenstoornissen en leermoeilijkheden.
Tip: Het ervaren van faalangst kan leiden tot chronische stress bij studenten. En dat kan het leren ernstig belemmeren. Wees alert op tekenen van faalangst bij je studenten en bespreek dit. Een doorverwijzing naar een decaan of SLB-er kan helpen. |
Hoe werkt stress evolutionair gezien?
Deze video laat zien wat er in ons lichaam en brein gebeurt als wij stress ervaren.
Ons brein in nog steeds ingesteld op het instinct van 'vechten of vluchten'. Dit proces gaat geheel onbewust!
Een bak met ijswater helpt
Wil je meer onthouden? Doe je arm in een bak met ijswater na het leren!
Deze video toont aan dat het veroorzaken van een specifieke vorm van kortdurende stress het vooraf geleerde beter laat onthouden. Dit blijkt uit onderzoek Jim McGaugh van de Universiteit van California. Bij korte stress wordt de amygdala geactiveerd. De amygdala geeft vervolgens een signaal aan de hippocampus: "Wat er nu gebeurt is heel belangrijk om te onthouden".